banner
   
Home Aalscholver - Phalacrocorax carbo Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 

De aalscholver leeft in kolonies, zowel aan de kust als in het binnenland.

Dagelijks legt deze uitstekende vlieger grote afstanden af, op zoek naar voedsel.

Hij duikt naar vis, schaaldieren en amfibieën. Hij achtervolgt zijn prooi en kan wel 45 seconden onder water blijven.

Aalscholvers die in zout water vissen, slikken wel eens stenen in om gemakkelijker en dieper te kunnen duiken.

De aalscholver is niet alleen individueel zeer sterk, hij is ook een goede teamspeler.

Aalscholver Dierenrijk 2007

Als de aalscholver er niet in slaagt vissen te vangen, omdat het water zo helder is dat de vissen hem al vanaf verre zien aankomen, dan gaan een aantal aalscholvers heel laag over de bodem zwemmen zodat er heel veel zand om hoog komt.

Hierdoor zien de vissen de andere aalscholvers niet aankomen die nu heel gemakkelijk veel vis kunnen vangen. Ze zijn heel sociaal, want ze wisselen van rol, zodat iedereen genoeg te eten krijgt.

Aalscholver Dierenrijk 2007 Aalscholver Dierenrijk 2007
Aalscholvers komen ook in Nederland voor.
Zwemmende aalscholvers liggen diep in het water, ze hebben zwemvliezen.
 

wereldwijd behalve poolstreken

3-4 eieren

   
Leefomgeving Broedtijd
   

langs het water

28-29 dagen

   
Voedsel Leeftijd
   

vis en schaaldieren

29 jaar

   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   

0,9-4,9 kg.
spanwijdte
max. 1 m.

wordt ook
scholver, scholverd of schollevaar genoemd

Hun anatomie kenmerkt zich dan ook meestal door zwaardere botten dan bij de doorsnee vogel, en kleinere luchtkamers.

De aalscholver zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water. Reden hiervoor is dat de aalscholver, in tegenstelling tot andere zwemmende en duikende vogels, geen beschermende en waterafstotende vetlaag op de veren heeft en dus na iedere zwemtocht moet drogen om weer te kunnen vliegen.

Vogels die aan de kost komen door te duiken mogen geen al te groot drijf-vermogen hebben.

Maar Aalscholvers duiken graag diep, en moeten ook nog eens langdurig achter vis aan-jagen.
Daarnaast persen deze vogels lucht uit hun veren. Aalscholvers en de nauw verwante slangehalsvogels gaan nog verder – zij laten hun veren-pak nat worden. Aalscholver Avifauna 2010 Doorweekt gaat dat een stuk makkelijker, met minder opwaarste druk. De ver naar achter geplaatste poten stoten ze bij het duiken gelijk-tijdig naar achte-ren, zodat ze zich wat schoksgewijs verplaatsen.
De baarden aan hun veren staan be-trekkelijk ver uit elkaar, zodat binnendringend water vrij spel krijgt en alle lucht verdwijnt.