Home | Java-banteng - Bos javanicus javanicus | Alfabetisch Register |
|||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||
|
|||||||||||||
Zuid-Oost Azië Java |
1 jong |
||||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||||
moerasbossen en grasland met hoge struiken |
285-300 dagen |
||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||
gras, bladeren en scheuten |
26 jaar |
||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||
lengte |
zeldzaam |
||||||||||||
Bantengs leven in kuddes van twee tot veertig dieren, bestaande uit één volwassen stier en één of meerdere koeien met hun kalveren. Vrijgezelle stieren leven solitair of in zogenaamde vrijgezellenkuddes. |
De banteng kent seksueel dimorfisme: volwassen stieren zijn veel donkerder van kleur dan de vrouwtjes. De stier heeft een bult op de rug, een halskwab en een kale plek tussen de hoorns. De hoorns van de stier kunnen tot 75 centimeter lang worden. Deze hoorns zijn zijwaarts omhoog gebogen. Koeien hebben kleinere, naar achter lopende hoorns. De banteng komt enkel voor in geīsoleerde populaties in Myanmar, Thailand, Indochina, en op Borneo, Java en Bali. Hij komt het liefst voor in licht beboste gebieden, bamboebossen en open bladverliezende wouden, maar door de toename van het aantal mensen en het oprukken van de landbouw zijn bantengs ook dichtere wouden, met hier en daar een open plek, gaan betrekken. De banteng is voornamelijk een nachtdier, die overdag verblijft in dichte begroeiing om daar te herkauwen en er 's nachts op uit trekt om gras, bladeren en scheuten te eten. |
In de regentijd trekken ze van het laagland naar de heuvels, waar ze blijven tot het begin van het droge seizoen. Op meerdere plaatsen is de soort gedomesticeerd, voornamelijk op Bali, waar het Balirund vandaan komt. |
|||||||||||