banner
   
Home Dromedaris - Camelus dromedarius Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 
Dromedaris Dierenpark Amersfoort 2006
Niemand weet waar dromedarissen van afstammen
Bestonden er ooit wilde dromedarissen of stammen ze af van de tweebultige kamelen? Het zou best kunnen want kamelen en dromedarissen zijn nauw aan elkaar verwant. Er zijn zelfs kruisingen. Die hebben een hele grote bult met daar bovenop een klein spleetje.
Dromedaris Dierenpark Amersfoort 2006 De dromedaris of éénbultige kameel is een grote kameelachtige, die tegenwoordig enkel in gedomesticeerde vorm kan worden aangetroffen.

De dromedaris wordt regelmatig gebruikt als last- en rijdier in woestijngebieden.

Hij is zeer nauw verwant met de kameel. De twee kunnen onderling kruisen.

Een kruising tussen een dromedaris en een kameel wordt hybridekameel genoemd.

De dromedaris heeft een korte, ruige en dichte vacht, die langer is op de kruin, de nek, de hals, de romp en de staartpunt.
De vachtkleur varieert van wit tot bruin. Op de ellebogen, de knie- en zoolgewrichten en op het voorhoofd zitten eeltplekken, die zeven millimeter dik zijn en bestaan uit een flexibel, verhoornd vlies. De eeltkussens onder de voeten bescher-men hem tegen het warme zand.  
 
Noord-Afrika,
Midden Oosten
1 - 8 jongen
   
Leefomgeving Draagtijd
   
Luzernehooi, voederbieten en wortelen 90 - 95 dagen
   
Voedsel Leeftijd
   
grassen

ook de taaie, door-nige, zoute en uit-gedroogde planten die de meeste andere dieren laten staan.
tot 30 jaar
   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   
1.90-2.30 hoog
450-700 kg.
Worden gebruikt als lastdier, rijdier of ren-dromedaris.
Net als bij de kameel maakt de dromedaris gebruik van zijn bult voor de opslag van vet, zodat het dier enige dagen zonder water en voedsel kan overleven, zelfs in de hete woestijn.

Het vet in de bult wordt gebruikt voor de productie van energie en vocht.

Op zeer hete dagen kan een drome-daris meer dan een kwart van zijn lichaamsgewicht verliezen zonder in levensgevaar te komen.
Kameel en dromedaris lijken veel op elkaar. Het duidelijkste verschil tussen de twee soorten is het aantal bulten op de rug: een kameel heeft er twee en een dromedaris slechts één. Ook heeft de dromedaris veel korter haar, langere poten en is hij slanker gebouwd dan een kameel.

De dromedaris komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten, de kameel uit Centraal-Azië.

De verschillen in uiterlijk zijn te verklaren als aanpassingen aan het klimaat: de winters en nachten in de Centraal-Aziatische woestijnen kunnen zeer koud zijn, terwijl het in de woestijnen in het Midden-Oosten zeer droog en heet kan zijn.

De dromedaris voedt zich met gras en andere planten, ook de taaie, doornige, zoute en uitgedroogde planten die de meeste andere dieren laten staan. Door de gespleten bovenlip is hij in staat zelfs doorntakken te eten.

Bij een hoge voedselvoorraad eet hij twee tot drie kilogram voedsel per uur. De dromedaris eet slechts een geringe hoeveelheid van dezelfde plant, in tegenstelling tot een geit, die een struik kaal kan eten.

De tanden van een dromedaris groeien hun hele leven door. Om ze af te slijten knabbelt hij aan hard materiaal als botten en stukken hout. De dromedaris kan voor langere tijd zonder water.

Als hij kan drinken, drinkt hij grote hoeveelheden: meer dan honderd liter water in tien minuten komt voor.
Een goed door-voede bult staat hoger dan een al benutte bult.

Overigens bezit een dromedaris als embryo nog een tweede bult, maar die komt niet tot ontwikkeling.

Ook beschermt de bult de dromedaris tegen de hitte door warmte te absor-beren.

De lichtgekleurde vacht van de dromedaris zorgt er ook voor dat veel zonlicht wordt weerkaatst.
Er zijn verschei-dene plaatselijke rassen, waarvan het uiterlijk is aangepast aan het gebruik.

Last- en trekdieren zijn zwaarder gebouwd en trager dan de slankere en snellere rijdieren.

Bergdieren zijn kleiner en sterker behaard dan vlaktedieren.
De neusgaten en oren zijn bedekt met lange haren, die het zand tegenhouden.

Om diezelfde reden heeft het dier lange wimpers. Ook kan het dier zijn neusgaten sluiten.

Water wordt niet in de bult opgeslagen, maar wel in de maag. Ook wordt er zo min mogelijk water verspild: de nieren resorberen een groot deel van het vocht, waardoor de urine zeer geconcentreerd is, en ook de uitwerpselen bevatten nauwelijks vocht.

Ook kan de lichaamstemperatuur van een dromedaris zo'n zes tot acht graden stijgen tot een temperatuur van zo'n 41°C voordat zijn lichaam oververhit raakt en hij moet zweten om af te koelen.

's nachts kan zijn temperatuur dalen
tot 34°C.
Dromedarissen leven in kuddeverband. Dieren herkennen elkaar voornamelijk aan de geur, die per individu verschilt.

Ze kunnen hierdoor soortgenoten al van enkele kilometers afstand herkennen.

Om het jaar wordt één enkel jong geboren. De draagtijd bedraagt 365 tot 440 dagen.

Als het jong geboren moet worden, zondert het wijfje zich af van de rest van de kudde.

Na een of enkele dagen, als het jong kan lopen, keert het wijfje met het jong terug naar de kudde.

Het dier wordt ongeveer een jaar gezoogd, maar al gelijk na de geboorte eet het jong planten.

Na twee maanden gaat hij regelmatig grazen.
Als het jong van zijn moeder wordt gescheiden, slaakt het jammerende geluiden, waarmee het contact zoekt met zijn moeder.

Dromedarissen en kamelen kunnen kruisen, en vrucht-bare nakomelingen krijgen, de zg. hybridekameel.

Deze bastaarden hebben één grote bult en zijn groter dan hun beide ouders.