Home | Krooneend - Netta rufina | Alfabetisch Register |
|||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||
de enige gebieden waar de krooneend voortdurend voorkomt zijn de steppen ten noorden van de Kaukasus en de steppen van West- en Midden-Azië |
|
||||||||||||
6-12 eieren |
|||||||||||||
Leefomgeving | Broedtijd | ||||||||||||
waterrijke gebieden |
26-28 dagen |
||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||
hoofdzakelijk waterplanten maar ook waterplanten, insecten, kleine visjes, kikkers, garnaaltjes en weekdieren |
|||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||
53-57 cm. |
In sommige landen van Midden-Europa is het aantal de laatste jaren toegenomen. In het Middellandse- Zeegebied is het een stand- of zwerfvogel, elders is het een trek- of gedeeltelijke trekvogel. |
||||||||||||
Krooneenden komen ook voor in Zuid- en Midden-Europa waar ze nestelen in geīsoleerde gebieden. |
Het nest wordt dicht aan het water gebouw; het heeft meestal stevige zijkanten van droog plantenmateriaal uit de buurt en het wordt tijdens het broeden steeds hoger doordat er steeds meer bruin en grijs dons in komt te liggen. | Het vrouwtje broedt de eieren uit en zorgt ongeveer acht weken voor de jongen. In de lente heeft het mannetje een vosrode kop met een hoog voorhoofd, het vrouwtje is grijsbruin met witachtige wangen. |
|||||||||||