banner
   
Home Chileense flamingo - Phoenicopterus chilensis Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 
Chileense flamingo Dierenpark Emmen 2006
De lange kale poten van de flamingo zorgen ervoor dat ze dieper in het water naar eten kunnen zoeken dan de waadvogels. Met behulp van hun lange en buigzame nek kunnen ze gemakkelijk bij het voedsel op de modderige bodem.

Tussen de drie voortenen zitten bij fla-mingo's zwemvliezen. Die zorgen ervoor dat ze niet wegzakken in de modderige bodem, maar ze kunnen er ook goed mee zwemmen.

In het midden van de poot van een fla-mingo zit een gewricht. Er wordt vaak gedacht dat dit zijn knie is. Het is echter
de enkel!

De knie van de flamingo is niet zichtbaar, deze zit onder de veren van de vogel aan de onderkant van het lichaam.
De flamingo staat dus altijd op zijn tenen.

Zijn kromme snavel wordt tijdens het zoeken van voedsel ondersteboven gehouden dus de bovensnavel beneden.
Het zijn de enige vogels die zo eten.

Flamingo's bewegen normaal heel sierlijk
en gracieus, maar wanneer ze bedreigd worden kunnen ze ook een stuk rennen.

Om op te stijgen hebben ze eerst een
korte aanloop nodig, terwijl ze met hun vleugels klapperen.

Als ze willen landen gebeurt het omge-keerde.

Flamingo's vliegen in een rechte lijn met een gestrekte nek. Ze kunen afstanden afleggen van wel 500 km. per dag.

Flamingo's zijn geen echte trekvogels, maar al dan niet onder invloed van voedseltekort en het weer, willen ze nog wel eens een ander leefgebied opzoeken.

Flamingo's leven met name in de tropen en subtropen. Daar is niet altijd sprake van duidelijke seizoenen.
 
zuiden en westen van Zuid-Amerika 1 ei
   
Leefomgeving Broedtijd
   
lagunes en zoutmeren 28-32 dagen
   
Voedsel Leeftijd
   
Kreeftjes, algjes
en plankton
44 jaar
   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   
2,5-3,0 kg.
2.00 m.
Tussen de 3 voorste tenen zitten zwemvliezen
Chileense flamingo Dierenpark Emmen 2009 Flamingo's stemmen hun broedtijd dan ook niet af op het jaargetijde maar op andere omstandigheden. Meestal broeden ze alleen na voldoende regenval. Hun broedgebieden komen dan deels onder water te staan.

Op de overgebleven eilandjes bouwen ze hun nesten. Het omringende water biedt een overvloed aan voedsel. Bij extreme droogte slaan flamingo's het broeden gewoon een jaartje over of verhuizen naar een betere broedplaats.

Flamingo's vormen paartjes voor het leven, maar dit kunnen ook twee mannetjes zijn. Ze kunnen natuurlijk zelf geen ei leggen, maar ze bouwen soms wel een nest en proberen dan een ei van een ander koppel te stelen. Dat kunnen ze prima samen uitbroeden en grootbrengen.
Chileense flamingo Dierenpark Emmen 2009 Een jong wordt 2 maanden gevoed met zogenaamde flamingomelk, dat is een rode, voed-zame vloeistof die de ouders in spe-ciale klieren bij de slokdarm vormen.

Als het kuiken vier weken oud is komen de veren door.

Na drie jaar is het jong volledig op kleur.