Home | Dwergflamingo - Phoeniconaias minor | Alfabetisch Register |
|||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||
|
|||||||||||
Oost- en Zuid-Afrika |
1 ei |
||||||||||
Leefomgeving | Broedtijd | ||||||||||
Zoutmeren |
28-30 dagen |
||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||
Algen, kleine schaaldieren en plankton |
40-50 jaar |
||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||
mannetjes 90 cm. |
Kleinste flamingo ter wereld |
||||||||||
Dwergflamingo´s communiceren met elkaar door hun zwarte veren in hun vleugels op verschillende manieren te be-wegen. Naast deze vorm van commu-nicatie wat berust is op zien, is het gehoor ook een zintuig waar de vogel in uitblinkt. Uit de roep van enkele duizenden flamingo´s herkent de kuiken die van zijn eigen ouders en andersom. |
Filters in hun mond vangen het voer eruit. Dwergflamingo´s zijn hele gemeen-schappelijke dieren. Ze leven niet voor niets in groepen die wel uit tienduizenden exemplaren kunnen bestaan. Dwergflamingo´s hebben hun kleur te danken aan het voedsel dat ze eten. Dit voedsel bevat namelijk roze kleurstoffen. Dwergflamingo´s hebben een apart broedgebied dat zich op enige afstand van hun leefgebied bevindt. Tijdens het broedseizoen bouwen de flamingo's modderheuveltjes tot 30cm hoog. Ieder paar maakt zijn eigen nest. |
![]() |
Een hele popu- latie dwerg-flamingo´s kan de neiging hebben om een tijd lang niet te broeden. Zo´n periode kan zelfs wel zeven jaar duren. Dwergflamingo´s gaan na de broed-periode in de rui. Door de rui kunnen de vogels 3 weken lang niet vliegen. |
||||||||
Na het uitkomen eet het grijze kuiken zijn eigen eischaal op, die hem door zijn ouders wordt gevoerd. In de enorme kolo-nies moeten de kuikens het geluid van hun eigen ouders herkennen, wat tot heel wat verwarring kan leiden. |
Deze nesten beschermen de eieren en later de pasgeboren kuikens tegen een stijgend waterpeil en tegen de hitte op de vlakke grond. Er wordt één kalkkleurig ei gelegd, bij uitzondering zijn dit er twee. Gedurende 28-30 dagen worden de eieren 24 uur per dag bebroed, afwisselend door beide ouders. Na het uitkomen krijgt het kuiken zogenaamde flamingomelk, of pap gevoerd door zijn ouders. Na ongeveer een week kunnen de kuikens pas goed lopen. Op een leeftijd van zo´n vier weken beginnen de veren te groeien en na ongeveer twaalf weken kunnen de jonge flamingo´s vliegen. Dan pas worden de vogels zelfstandig, want tot die tijd moeten de ouders heen en weer vliegen tussen het broedgebied en het foerageergebied. De status van de dwergflamingo is bijna bedreigend, wat betekend dat de dieren een bijna bedreigde diersoort is. Dat ze bijna bedreigd zijn heeft niet zozeer te maken met de aantallen waarin ze voorkomen, deze zijn immers gigantisch per populatie. Het aantal locaties waarop de soort voorkomt is echter beperkt. Hierdoor zijn ze gevoelig voor natuurrampen of ziekte waardoor veel vogels in één keer kunnen sterven. |
Door het grote aantal flamingo´s bij elkaar is de kans dat een bepaald exemplaar wordt gedood een stuk kleiner dan wanneer de vogels verspreid over een groter gebied zouden broeden en nestelen. Dit is een reden om in zulke grote kolonies te broeden. | |||||||||