 |
De vacht van het sikahert is zomers kastanjekleurig roodbruin van kleur. Over de zomervacht lopen enkele rijen van wittige vlekken. 's Winters is de vacht donkerder van kleur.
Mannetjes hebben dan een donkergrijze tot zwarte wintervacht, vrouwtjes een meer lichtbruine of grijze vacht. Het sikahert ruit tweemaal, in mei en in de herfst. |
Hij heeft een wit staartstuk en een korte, witte staart. Het staartstuk wordt belijnd door een donkerbruine streep.
Het gewei van het sikahert wijst naar voren in plaats van, van elkaar zoals bij de meeste herten.
Vietnamese sikaherten zijn voornamelijk nachtdieren. |
 |
 |
Sikaherten zijn uitstekende zwemmers, ze gaan soms het water in, om aan hun predator te ontsnappen. Het sikahert is de gehele dag door actief, maar laat zich voornamelijk in de schemering zien. Sikaherten grazen vooral gras en zegge, maar knabbelen ook aan struiken en bomen als hulst, klimop, heidestruiken en coniferen.
Ook eten ze eikels, boomschors en paddenstoelen. Het sikahert kan zich met taaier en voedselarmer materiaal voeden dan het edelhert. |
Buiten de paartijd leven de geslachten in aparte roedels. De mannetjes leven in vrijgezellengroepjes, de hindes leven met de kalveren in kleine familiegroepjes van twee tot acht dieren.
In meer open of in voedselarme streken leven de dieren in grotere kudden. |
Na een draagtijd van ongeveer acht maanden werpt het vrouwtje één kalf in mei of juni. Tweelingen komen zeer zelden voor. De zoogtijd duurt zes tot tien maanden, hoewel het jong al na een maand zal gaan grazen.
Het kalf is na zestien tot achttien maanden geslachtsrijp, en na vier jaar volledig volgroeid. |