Home | Impala - Aepyceros melampus | Alfabetisch Register |
|||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||
|
|||||||||||
Zuid- en Oost-Afrika |
1 jong |
||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||
droog vlak land en struikgewas in de nabijheid van water |
18-210 dagen |
||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||
grassen, kruiden, bladeren en knoppen |
15 jaar |
||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||
kop-romplengte |
Wordt ook wel rooibok genoemd. |
||||||||||
Impala's komen voor van Kenia, Oeganda en Rwanda zuidwaarts tot de Transvaal, Botswana en Oost-Angola, met en geísoleerde populatie in Zuidwest-Angola en Namibië. | De impala leeft in kleine kudden van minstens 6 dieren, bestaande uit één of twee dominante mannetjes en hun harem van tot 30 vrouwtjes en hun jongen. Vrouwtjes blijven hun hele leven bij dezelfde kudde, mannetjes verlaten de kudde als ze volgroeid zijn. Grotere kudden, bestaande uit meer dan 50 dieren, zijn niet ongewoon, voornamelijk in het droge seizoen, wanneer er minder grasland is. De rest van de mannetjes leeft in vrijgezellengroepen. |
![]() |
Dieren houden contact met elkaar doordat ze met klieren in de hiel een geurspoor achterlaten. Maakt sprongen van wel 3 meter hoog en 10 meter ver. |
||||||||