Home | Kameel - Camelus bactrianus | Alfabetisch Register |
|||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||
|
|||||||||||||
Azië |
1 jong, zelden 2 |
||||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||||
Woestijnen, steppen |
13 maanden |
||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||
Gras, bladeren, takjes en kruiden |
50 jaar |
||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||
1,80-2,00 m. |
ze kunnen in |
||||||||||||
Ze hebben beweeglijke pluklippen en een gebit dat goed is aangepast aan het eten van harde, droge grassen. | Een kameel eet plantaardig voedsel. Soms grassen, soms bladeren en takken van struikgewas, net wat er maar te vinden is. De vaak dorre en doornige planten groeien zeer verspreid in de woestijnen en steppen. Een kameel moet dus veel lopen om voldoende eten te vinden. Hij moet ook voorzichtig eten, omdat veel planten lange doorns hebben. |
![]() |
Bij een gevecht met een ander, probeert een mannetje zijn hals over die van een tegenstander heen te slaan en hem zo naar beneden te drukken. | ||||||||||
Een kameel is pas op een leeftijd van 4 -5 jaar helemaal volwassen. | ![]() |
Andere mannetjes vormen afzonderlijke hengstengroepjes. In de paartijd kunnen de hengsten flink vechten om de vrouwtjes. In die tijd wrijven de mannen vaak met de achterkant van hun kop tegen hun bulten. Zij verspreiden zo een sterk ruikende stof uit een klier op de kop. Ook brullen de hengsten veel in die periode. |
In het wild leven kamelen in kuddes van hoogstens enkele tientallen dieren. Deze groepjes bestaan uit vrouwtjes en jonge dieren onder leiding van een hengst. | ||||||||||
Kamelen paren liggend. De draagtijd is 13 maanden. Meestal wordt er één jong geboren. Veel andere pasgeboren hoefdieren staan al binnen enkele minuten. Een jonge kameel heeft enkele uren nodig voordat hij zover is. De moeder doet ook wat minder moeite om daarbij te helpen. | |||||||||||||