![]() |
|
|
![]() |
Home |
Kirk's dik-dik - Madoqua kirki |
Alfabetisch Register |
|
|
|
|
Leefgebied |
|
|
Voortplanting |
|
 |
Bij schermer komen ze tevoorschijn, ze houden niet van daglicht. |
 |
Kirks dikdik is de hele dag actief, maar zoekt op het heetst van de dag de schaduw op. Ook 's nachts is hij actief, voornamelijk in nachten met een heldere volle maan. Hij foerageert voornamelijk 's morgens en 's avonds.
Kirks dikdik eet scheuten en bladeren van altijdgroene bomen en struiken, aangevuld met vruchten en grassen.
Kirks dikdik leeft in paartjes. Een dikdikpaartje verdedigt een stukje grondgebied fel tegen indringers, voornamelijk andere mannetjes.
Bij gevaar maakt het mannetje een fluitend geluid, waarna het vrouwtje en jongen zich verschuilen in het struikgewas. |
Het dient tevens als afleidingsmanoeuvre. Een dikdik heeft een grote klier onder de ogen, waarmee hij zijn geur op de twijgen en takken van bomen en struiken en op de stengels van grassen en andere planten achterlaat.
Hiermee geven ze de grens van het territorium aan. Ook bakent hij de grenzen af met vaste mest- en urineplaatsen langs de rand van het territorium.
|
|
|
Zuid-Afrika |
1 jong |
|
|
Leefomgeving |
Draagtijd |
|
|
Begroeide steppen |
5,5 maanden |
|
|
Voedsel |
Leeftijd |
|
|
plantaardig |
10 jaar |
|
|
Lengte en gewicht |
Bijzonderheden |
|
|
70 cm.
schouderhoogte
35-40 cm.
4-7 kg, |
Een dwergantilope |
Het mannetje
heeft korte,
puntige hoorntjes, die zes tot elf centimeter lang worden. |
Bij de geboorte verschijnt eerst de kop, dan de hals en vervolgens de naar achteren gebogen voorpoten.
Bij alle andere antilopen komen eerst de voorpoten gevolgd door de kop en rest van het lichaam.
Er is geen passende verklaring voor dit verschil. |
 |
Hij heeft een voorkeur voor gebieden met voldoende droog
en dicht struik-gewas. |
|
|
|
|