![]() |
|
|
![]() |
Home |
Klipspringer - Oreotragus oreotragus |
Alfabetisch Register |
|
|
|
|
Leefgebied |
|
|
Voortplanting |
|
 |
 |
Als enige antilope loopt hij op de toppen van zijn kleine zwarte hoefjes, een aanpassing aan het leven in meer steile rotsgebieden.
De korte, stevige poten staan meestal
dicht bij elkaar. |
Onder de ogen heeft de klipspringer duidelijk zichtbare klieren. De oren zijn groot en rond met een zwarte rand en een opvallende zwart-witte tekening.
Het mannetje heeft korte, rechtopstaande, spitse hoorns, die aan de basis geringd zijn. De hoorns hebben meestal een lengte zes tot negen centimeter, hoewel hoorns met een lengte van zestien centimeter gevonden zijn. |
In sommige populaties leven ook veel gehoornde vrouwtjes (voornamelijk in Oost-Afrika), maar meestal zijn vrouwtjes hoornloos.
Klipspringers leven over het algemeen in paartjes of kleine familiegroepjes.
Het vrouwtje wordt meestal vergezeld door een mannetje en/of een jong, meestal is ook een of meerdere volgroeide nakomelingen in de buurt.
Ze bakenen het territorium af met ontlas-ting, takken en andere uitstekende punten worden met de oogklier gemarkeerd. Het zijn meestal de vrouwtjes die bepalen welk punt moet worden gemarkeerd. |
 |
Mannetjes zijn meestal meer waakzaam dan vrouwtjes, waarbij ze opletten of er geen rivalen of roofdieren in de buurt zijn. |
|
|
Afrika |
1 jong
zelden twee
|
|
|
Leefomgeving |
Draagtijd |
|
|
rotsachtige streken |
210 dagen |
|
|
Voedsel |
Leeftijd |
|
|
kruiden, bladeren en scheuten
vocht nemen ze op uit dauw
|
15 jaar |
|
|
Lengte en gewicht |
Bijzonderheden |
|
|
lengte 75-115 cm.
schofthoogte
43-60 cm.
staart 5-13 cm.
8-18 kg.
|
Nigeria en de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft de klipspringer ge-classificeerd als bedreigd |
Klipspringers kunnen grote temperatuur-verschillen doorstaan. |
Ze staan vaak op een hoog uitkijkpunt, waarbij ze de omgeving in de gaten houden. Mannetjes en vrouwtjes houden contact met elkaar door regelmatig naar elkaar te fluiten. Als de dieren weer bij elkaar zijn, wrijven ze met hun gezichten langs elkaar.
Bij gevaar flikkert de klipspringer met de grote oren, waarbij de dunne baan witte haren opvallend zijn en andere klipspringers waarschuwen.
Ook waarschuwen ze elkaar met een fluitend geluid. |
De dichte, grove vacht bestaat uit holle haren die ritselen tijdens
het schudden. |
|
|
|
|