Deze Amerikaanse ondersoort heeft een zwarte kruin en nek, welke doorloopt tot aan de zwarte rug en broedt van het zuiden tot het noorden van Zuid-Amerika.
De eieren worden door beide ouders beurtelings uitgebroed.
Jongen blijven maar korte tijd in het nest en gaan al spoedig waden en zwemmen in ondiep water.
Steltkluten slapen vaak in groepen in open terrein, als verdediging tegen roofdieren. |
Steltkluten hebben opvallende lange, rode poten, die tijdens de vlucht bijna
20 cm. achter de staart uitsteken.
Zijn "stelten" vormen 60% van zijn hoogte. Daardoor kan hij snel rennen en verder van de waterlijn foerageren dan veel andere waadvogels.
Steltkluten broeden dikwijls in kolonies.
Op vochtige grond bestaat het nest meestal uit een vrij grote hoop waterplanten.
Op een droge grond is het een ondiepe kuil, bekleed met wat stro.
De steltkluut heeft een rechte snavel. |