![]() |
|
|
![]() |
Home |
Grote koedoe - Tragelaphus strepsiceros |
Alfabetisch Register |
|
|
|
|
Leefgebied |
|
|
Voortplanting |
|
 |
De grote koedoe heeft zeer lange, spiraalvormige hoorns.
De hoorns werden vroeger gebruikt als jachttroffe.
Ze werden ook gebruikt om een muziek-instrument, de zg. shofar, te maken.
Dat is een hoorn die in de Joodse religie werd gebruikt.
Ook werd de hoorn gebruikt om er een voorraadpot voor honing van te maken.
De hoorns kunnen tot 1.70 m lang worden. |
De vacht van mannetjes is meestal grijzer van kleur, vrouwtjes en jongen zijn roder. Bij oudere mannetjes wordt de vacht nog grijzer. De snuit is donkerder. Op de wang heeft hij een tot drie witte vlekken. Tussen de ogen, over de rug van de neus, loopt een heldere, witte streep. Ook de lippen en kin zijn wit. Over de rug, van de nek tot de staart, loopt een dunne maan van langere haren. |
 |
De oren zijn groot en rond.
|
 |
Na een draagtijd van naar schatting zeven tot negen maanden wordt een jong geboren. Het vrouwtje zondert zich dan af van de rest van de kudde. Het jong houdt zich de eerste drie tot vijf weken verborgen, waarna het zijn moeder gaat vergezellen. Na een half jaar wordt het jong gespeend en wordt het onafhankelijk. Het jong trekt echter nog twee jaar op met de moeder. |
|
|
Oost- en
Zuid-Afrika
|
1 jong |
|
|
Leefomgeving |
Draagtijd |
|
|
droge boom- en struiksavannes, dichte struwelen en open bossen |
7-9 maanden |
|
|
Voedsel |
Leeftijd |
|
|
bladeren, scheuten, klimplanten, bloemen, vruchten en knollen, gras en kruiden |
23 jaar |
|
|
Lengte en gewicht |
Bijzonderheden |
|
|
♂ 1.95-2.45 m.
♀ 1.85-2.35 m.
hoogte
♂ 1.22-1.50 m.
♀ 1.00-1.40 m.
♂ 190-315 kg.
♀ 120-215 kg.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|