Home | Nijlgau - Boselaphus tragocamelus | Alfabetisch Register |
|||||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||||
|
|||||||||||||||
India, Nepal een Oost-Pakistan |
1 soms 2 jongen |
||||||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||||||
droge lichte bossen en laaglanden |
243-247 dagen |
||||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||||
grassen, bladeren en vruchten |
|||||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||||
kop-romp |
wordt ook wel |
||||||||||||||
Oudere mannetjes leven ook wel solitair. | De nijlgau leeft in kleine kuddes, bestaande uit één volwassen mannetje en twee tot tien volwassen vrouwtjes. De stieren vechten met elkaar om een territorium en het leiderschap over een kudde koeien. Ze laten zich hierbij op de knieën vallen en geven elkaar kopstoten met de hoorns. Het vrouwtje werpt soms één, maar meestal twee jongen na een draagtijd van 243 tot 247 dagen. | Er is geen vaste paartijd. | |||||||||||||