Home | Dwerg nijlpaard - Choeropsis liberiensis | Alfabetisch Register |
|||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||
|
|||||||||||||
Afrika |
1-2 jongen |
||||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||||
dicht tropisch regenwoud met kleine stromen, bij moerassen en in de nabijheid van rivieren |
6-7 maanden |
||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||
grassen, bladeren, wortels, kruiden, vruchten en waterplanten |
35-50 jaar |
||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||
schouderhoogte |
Dwergnijlpaarden zijn zeer solitair levende dieren en zoeken slechts tijdens de paartijd elkaars gezelschap op. |
||||||||||||
Dwergnijlpaarden zijn geen ochtend dieren. Ze blijven tot ver in de middag beschut in het dichte woud. Pas tegen drie uur begint de honger te knagen en gaan ze op zoek naar voedsel. Ze kunnen dan wel de hele avond blijven eten. | Dwergnijlpaarden zijn geslachtsrijp wanneer ze ongeveer vijf jaar oud zijn. Na de paring is het vrouwtje zes à zeven maanden drachtig en brengt vervolgens meestal één jong per keer ter wereld. Het dwergnijlpaard bevalt op het land en het jong weegt bij de geboorte ongeveer zes kilo. De geboorte van het jong duurt maar twee minuten. Na vier à vijf jaar wordt het jong verstoten. |
Het dwergnijlpaard geeft de voorkeur aan het leven op het land, maar ook in het water voelt het dwergnijlpaard zich helemaal thuis. Dwergnijlpaarden zijn goede zwemmers, maar hun lichaam is niet zo goed aangepast aan het leven in het water als het lichaam van het nijlpaard. Zijn ogen en neus zitten namelijk wat lager op zijn kop. Tijdens het zwemmen moet het dwergnijlpaard zijn kop hoger opheffen om te kunnen zien en adem te kunnen halen. |
De huid van dwergnijlpaarden scheidt een olieachtige stof af die de huid beschermd tegen oververhitting. | ||||||||||