Zoals zijn naam al doet vermoeden komt de poedoe in de natuur voor in Chili, maar ook in een klein deel van Argentinië.
In de ondoordringbare bossen van het zuidelijke deel van de Andes komen ze voor vanaf zeeniveau tot hellingen van middelmatige hoogte.
Het zijn selectieve planteneters die zich voornamelijk voeden met bladeren en kruiden.
Fuchsia is hun lievelingsvoedsel.
Hun spiesgewei wordt elk jaar afgeworpen
om vervolgens weer aan te groeien.
|
De vooroogklieren van de poedoe zijn erg groot. Met het vocht wat daar uit komt, markeert hij zijn territorium.
Chileense poedoes zijn geen kuddedieren. Ze zijn vrij schuw en leven voornamelijk alleen of in paartjes.
Zoals bij de meeste soorten herten is de voortplantingstijd seizoensgebonden.
Na een draagtijd van 202 tot 223 dagen wordt meestal één jong geboren, dat slechts 15 cm. hoog is, met een geboortegewicht van ± 800 gram.
Na 3 maanden is het jong volgroeid en
35 cm. hoog. |