banner
   
Home Schol - Pleuronectes platessa Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 
Schol Artis 2009
Alle platvissen ondergaan in het larvale stadium een opmerkelijke verandering.
Het linker oog verplaatst zich rond het hoofd naar de rechterzijde.
Dan ontwikkelen ze zich als platvis.

De volwassen schol zwemt met een golvende beweging. Vooral de lange rugvin en
anaalvin zorgen voor de voortbeweging.
Schol Artis 2009 Een ander kenmerk van de schol, is het
feit, dat de schol op zijn kop een rijtje
van 4 tot 7 benige knobbeltjes heeft dat van het oog naar de zijlijn loopt.

De kleur is verder donkergroen tot donkerbruin aan de bovenkant en wit aan de onderkant.

De schol kan zijn kleur enigszins aan-passen aan de ondergrond, door via een hormoonafscheiding de vorm van zijn pigmentcellen te veranderen.
Hij eet vooral schelpdieren, die hij met speciale tanden kan kraken.
Jongen worden vooral in ondiep water aangetroffen.

Die plaatsen kunnen bij laag water droogvallen en de jonge schol kan een getijcyclus overleven.

De schol kan ook goed tegen lage zout-gehaltes en is dan ook wel in zoet water aan te treffen
Schol Blijdorp 2011
 

Atlantische Oceaan,

Noordzee,
Oostzee en het westelijke
deel van de Middellandse Zee

50.000 tot
500.000 eitjes

eitjes worden in het water bevrucht

   
Leefomgeving Broedtijd
   

zand- grind- of modderbodem

1-3 weken

   
Voedsel Leeftijd
   

weekdieren
en wormen

♂ 15 jaar
♀ 30 jaar

   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   

30-40 cm.
uitzondering
tot 1.00 m.

Leeft op de zeebodem, op een diepte van tussen de 10 en 50 m.