banner
   
Home Scholekster - Haematopus ostralegus Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 

In het begin van de broedtijd vindt het baltsritueel in groepen plaats.

De vogels houden hun lichaam in een karakteristieke, stijve houding, strekken hun hals, rennen achter elkaar aan of naast elkaar, jagen op de grond of in de lucht achter elkaar aan en doen dit alles onder begeleiding van fluitende en trillende geluiden.

De paren blijven lang bij elkaar en hebben vaak dezelfde broedplaats.

Ze broeden in kleine kolonies op zanderige, steenachtige en modderige grond aan de kust of soms bij plassen.

Scholekster Vogelpark Ruinen 2007

Het nest is een kuiltje in de grond, bekleed met steentjes en schelpen.

De eieren worden door beide ouders om de beurt uitgebroed.
In het begin geven de ouders de jongen voedsel in hun snavel, maar later leiden ze deze ernaartoe.

Scholekster Vogelpark Ruinen 2007

Aan land voedt hij zich vooral met aardwormen.

Ook verorbert hij graag allerlei weekdieren, zoals zeeslakken, kokkels en mosselen, maar ook zeepieren en krabben aan de kust.

Ze kraken de schelpen met hun aan de zijkant afgeplatte snavel.

De scholekster leeft een groot deel van het jaar solitair.

 

De scholekster is bekend vanwege zijn verdediging van het nest. Wanneer een roofdier het nest nadert doet de ekster zich voor alsof hij kreupel is om de belagers van het nest weg te lokken. Eenmaal op afstand vliegt hij weg.
 

Europa en
Oost-Azië

3-4 eieren

   
Leefomgeving Broedtijd
   

kusten, rivier-mondingen en moddervlakten
in binnenland op weiden en heidegrond

25-27 dagen

   
Voedsel Leeftijd
   

mosselachtige weekdieren

36 jaar

   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   

43 cm.
500 gram