banner
   
Home Smient - Anas penelope Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 
Smient Diergaarde Blijdorp 2009 Smient Diergaarde Blijdorp 2009
De smiet kan zelfs op afstand herkend worden aan zijn ronde kop en blauwgrijze snavel.

In hun noordelijke broedgebieden verblijven de smienten bij grote rivieren en meren met een weelderige oevervegetatie, op drassig land en in moerassen.

Wanneer ze aankomen hebben ze al paren gevormd.

Smient Diergaarde Blijdorp 2009

Tijdens de balts zwemt het mannetje met opgezette kuifveren en opgeheven slagpennen om het vrouwtje heen, van tijd tot tijd heft hij zijn kop op en laat een luid gefluit horen.

Het vrouwtje verbergt het nest in de oevervegetatie en tussen struiken dicht bij het water.

Het wordt gemaakt van groene planten en later met asgrijs dons bekleed.

Het is een trekvogel, die in heel West-Europa rond de Middellandse Zee, in delen van Noord-Afrika en in Zuid-Azië overwintert.

De lentetrek vindt plaats in maart en april, de herfsttrek van september tot november.

Zodra de jongen gedroogd zijn worden ze naar het water gebracht.

Hoewel het mannetje wel aanwezig is, brengt het vrouwtje grotendeels de jongen groot.

Smienten grazen op grasland in troepen, of pikt voedsel van wateroppervlak. Hoofdzakelijk plantaardig, zoals bladeren, stengels, jonge loten, wortelstokken en soms zaden.

 

Noorden van Europa en Azië

7-1 eieren

   
Leefomgeving Broedtijd
   

waterrijke gebieden

22-24 dagen

   
Voedsel Leeftijd
   

jonge scheuten, bladeren, knoppen, wortels en zaden, soms aangevuld met weekdieren en insecten

   
Lengte en gewicht Bijzonderheden
   

45-51 cm.