Home | Tammar wallibie - Macropus eugenii | Alfabetisch Register |
|||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||
|
|||||||||||
langs de kust van het Zuiden van Australië en enkele eilanden voor de kust |
1 jong |
||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||
open eucalyptus-bossen en scrublands |
25-28 dagen |
||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||
grassen, bladeren en kruiden |
9-14 jaar |
||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||
♂ 59-68 cm.
staartlengte |
De Tammar wallabie is de kleinste wallabie. |
||||||||||
De wallabie is uniek in zijn soort omdat hij het enige buideldier is, waarbij de draagtijd langer duurt dan de oestruscyclus. Dit betekent dat de vrouwtjes alweer paren in de laatste dagen van hun zwangerschap en zo dus aan een stuk door om de acht maanden een jong kunnen baren. Ze hebben een tweehoornige baarmoeder. Na het paren ontwikkelt de nieuwe foetus zich in de ene baarmoeder terwijl het jong dat bijna geboren kan worden in de andere groeit. Het spenen van het eerste jong in de buidel zorgt ervoor dat de ontwikkeling van de nieuwe foetus tot stand wordt gebracht. Als het eerste jong klaar is om de buidel te verlaten komt de ontwikkeling van de foetus weer op gang. Na 35 tot 38 dagen wordt het tweede jong geboren. |
|||||||||||