Home | Gewone zeehond - Phoca vitulina | Alfabetisch Register |
|||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||
|
|||||||||||
Noord-Atlantische- en Grote Oceaan |
1 jong |
||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||
zandbanken |
8 maanden |
||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||
Platvissen, bodemvissen |
♂ 26 jaar |
||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||
♂
1.20-1.95 m. |
Met het voedsel krijgen ze het meeste vocht binnen, en de gewone zeehond drinkt geen zeewater |
||||||||||
In Europa komen ze voor langs de kust van de Oost-, de Noord- en de Waddenzee, en de kust van Noor-wegen, Ierland en Groot-Brittannië, m.u.v. het Kanaal. | Met de daaropvolgende vloed zwemmen ze al met de moeder mee. De jongen hebben net als de jongen van andere zeehondensoorten een witte wollige vacht, maar verliezen deze meestal al voor de geboorte, waardoor ze met hun volwassen vacht worden geboren. Zeehonden zijn bij de geboorte tussen de 70 en de 95 centimeter lang en 9 tot 11 kilogram zwaar. Vrouwtjes beschermen de jongen tegen vijanden. Bij groot gevaar duikt de moeder met het jong in de bek het water in, waarbij ze vaak ook onderduikt. Ze zoogt het jong iedere drie ā vier uur. De zoogtijd duurt net zolang totdat het gewicht twee keer zoveel is als het geboortegewicht. Dit duurt meestal tussen de twee en de zes weken. Na de zoogtijd verlaat de moeder het jong, waarna het voor zichzelf moet zorgen. |
Ze komen over het algemeen voor op zandbanken, waaronder rond riviermondingen. Ook komen ze voor langs rotskusten. |
|||||||||