|
 |
In de winter leven ze op de open zee. Net zoals gewone alken, spoelen zeekoeten vaak aan aan onze kusten - voornamelijk tussen oktober en februari.
In tegenstelling tot de gewone alk hebben zeekoeten een lange puntige snavel.
's Zomers zijn zeekoeten te zien op de Atlantische kusten van Ierland, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Normandië, IJsland en de Noorse fjorden. |
 |
De zeekoet legt een enkel ei op de kale rots.
Het heeft de vorm van een peer waar-
door het niet wegrolt maar in een
kringetje ronddraait.
Het ei wordt staande bebroed.
De oudervogels herkennen hun ei aan de tekening, en hun jong aan zijn geluid. |
Drie weken nadat het jong uit het ei komt, nog voor het kan vliegen, springt het onder begeleiding van de vader van de rotsen in zee; veel Britse zeekoeten trekken daarop gezamenlijk naar de kust van Noorwegen.
Bewoont zowel de kust en de wateren voor de kust.
Broedt in grote kolonies op smalle kale richels van steile kliffen. |
|
|