In prachtkleed zijn de sierveren op de rug van het mannetje tot 50 cm. lang, en vormen een soort mantel. De sierveren van het vrouwtje zijn korter.
In winterkleed ontbreken de sierveren.
Er was een tijd dat deze veren, net als die van de kleine zilverreiger, tot de modieuze accessoires van vrouwen behoorden. In de 19e eeuw was er zoveel vraag naar, dat deze vogels met uitsterven bedreigd werden. |
Het nest wordt door beide partners gebouwd, meestal op platgeslagen riet en begroeiing en minder vaak in struiken of bomen.
De keuze van het materiaal, riet en stengels of droge takken, hangt af van de plaats van het nest.
De eieren worden door beide ouders om de beurt uitgebroed.
Ook voeden ze samen de jongen gedurende ongeveer 6 weken op, tot ze volgroeid zijn. |
De grote zilverreiger is een slanke, witte reiger, met een uitzonderlijk lange en dunne hals.
De snavel is geel van kleur en in de zomer voorzien van een zwarte punt.
De grote zilverreiger komt ook in Nederland voor. Jaarlijks worden broedsels gemeld in de Oostvaardersplassen.
Exemplaren van de grote zilverreiger zijn in alle delen van het land waargenomen. |