banner
   
Home Wild zwijn - Sus scrofa Alfabetisch
Register
       
Leefgebied     Voortplanting
 
Wild zwijn Dierenrijk 2007
De voortdurend groeiende slagtanden (de canine tanden) dienen als wapens en gereedschappen
Wild zwijn Dierenrijk 2007 Wild zwijn Dierenrijk 2007
Het volwassen mannetje, keiler genaamd, heeft twee slagtanden, die door jagers "houwers" worden genoemd.
Wild zwijn Dierenrijk 2007 Wild zwijn Dierenrijk 2007
De biggen zijn bij de geboorte ong. 1,1 kg. Ze hebben horizontale strepen (ook wel pyjama genoemd), die dienen als camouflage.

Wilde zwijnen zijn in de schemering en 's nachts actief. Meestal wroeten ze met hun gevoelige snuit in de bosbodem. Door dit gewroet komt de minerale ondergrond vrij waardoor bepaalde zaden beter ontkiemen. Wilde zwijnen leven in kleine groepen, rotte genaamd, bestaande uit vrouwtjes met hun jongen en één- en tweejarige zwijnen.
 

Wereldwijd

max. 12 jongen

   
Leefomgeving Draagtijd
   

loofbossen, half open landschap en landbouwgebied

115 dagen

   
Voedsel Leeftijd
   

eikels, kastanjes, knollen, groene plantendelen, aas, regenwormen, insectenlarven en knaagdieren

10-20 jaar

   
Lengte Gewicht
   

Lengte
♂ 1.05-1.67 m.
♀ 1,00-1,46 m.
Hoogte
♂ 0,64-1,09 m.
♀ 0,59-0,89 m.

Gewicht
♂ 33-148 kg.
♀ 30-80 kg.
staart
♂ 17-30 cm.
♀ 16-28 cm.

Nederland kent twee "officiële" (en ingerasterde) leefgebieden voor het Wild zwijn, te weten de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg bij Roermond. Keilers leven daarentegen meestal solitair. Onvolwassen mannetjes kunnen zich soms in los groepsverband ophouden. Ze zijn redelijk honkvast.

De biggen (frislingen) worden geboren tussen februari en juni. De meeste biggen worden in maart geboren. Zeugen krijgen maximaal 12 jongen per worp, dit komt overeen met het aantal tepels dat een zeug heeft. Meestal krijgen ze vier tot zeven jongen per worp. Oudere zeugen krijgen grotere worpen.

Het aantal jongen is tevens afhankelijk van de voedselsituatie en de conditie van de zeug in de periode van bevruchting. Meestal krijgt een zeug één worp per jaar, maar mocht de eerste worp vroeg verloren gaan, kunnen de zwijnen nog in de zomer een tweede worp krijgen.

Tegen kou kunnen pasgeboren zwijntjes redelijk goed, maar niet tegen (veel) regen, zeker niet in combinatie met wind en lage temperaturen.
In België komen
ze voor in de Ardennen.