De mensapen worden tegenwoordig ingedeeld in twee families:
- De familie der Hylobatidae bestaat uit 12 gibbon-soorten, met inbegrip van de withandgibbon en de
siamang, ook wel de kleine mensapen genoemd
- De familie der Hominidae welke bestaat uit gorilla's, chimpansees
en bonobo's, orang-oetans, ook
wel de grote mensapen genoemd.
Tot deze familie worden ook de mensen gerekend.
Behalve gorilla's en mensen zijn alle mensapen behendige bomenklimmers. |
 |
Kapucijnapen zijn vernoemd naar de kloosterorde der Kapucijnen, omdat hun gezichtstekening doet denken aan de kappen van deze monniken.
De kapucijnapen zijn nauw verwant aan de doodshoofdaapjes en de klauwaapjes. |
 |
Meerkatten verschillen onderling sterk
in kleur, maar komen overeen in lichaams-bouw.
Meerkatten zijn tussen de 70 en 175 cm lang en hebben een staart die een derde
tot de helft van hun totale lichaamslengte inneemt.
Ze hebben een korte snuit, en zeer handige grijphanden en -voeten. |
Bavianen zijn grote grondbewonende apen.
De dieren hebben meestal een grijzig bruine vacht en een lange snuit. De staart is niet lang. Vaak hebben de dieren opgezwollen achtersten. Ook hebben de dieren grote hoektanden. Volwassen mannetjes zijn
groter en hebben langere snuiten dan vrouwtjes. Het zijn bodemdieren, die op handpalm en voetzool lopen.
Grijpstaartapen zijn de enige apen-
soorten met een volledige grijpstaart,
die als vijfde ledemaat dient. |
 |
De mandril lijkt op een aap met oorlogs-kleuren. Hij heeft enorme hoektanden ter grootte van de duimen van een mens en leeft gewoonlijk in een groep of harem. |
 |
Saki's zijn voornamelijk in bomen levende dagdieren, die zich vrijwel nooit op de grond begeven. Ze hebben een voorkeur voor de bovenste lagen, maar wagen zich soms ook in struiken.
Ze klimmen verticaal omlaag, met de staart naar beneden. Over takken bewegen zich meestal op vier poten, maar ze kunnen ook op twee poten rennen, met de armen omhoog en de vingers gestrekt. Ook zijn ze in staat om lange sprongen te maken. Bij gevaar kunnen ze zich zeer snel voortbewegen. |
Klauwaapjes behoren tot de kleinste aapjes ter wereld. De soorten hebben verscheidene eigenschappen gemeen die overige Zuid-Amerikaanse apen missen.
Zo krijgen klauwaapjes geregeld tweelingen. De klauwaapjes hebben, zoals de naam al zegt, geen vingers met nagels, maar kleine klauwtjes. |
 |
 |
Klauwaapjes hebben over het algemeen een helder gekleurde vacht en lijken in hun bewegingen en geluiden vaak veel op vogels.
Ze zijn gespecialiseerde gometers. Ze hebben zeer grote, beitelvormige snijtanden waarmee ze gaten in de boomschors maken, zodat de gom, het sap en de hars naar buiten komen.
Mannetjes en vrouwtjes verschillen niet in grootte en vachtkleur van elkaar. |
Halfapen worden zo genoemd omdat ze wel veel op apen lijken, maar minder uitgesproken apenkenmerken hebben.
Ze hebben bijvoorbeeld kleinere en eenvoudiger hersenen.
Het is eigenlijk een primitief soort apen. Halfapen hebben vaak een lange snuit en een gevoeliger reukorgaan dan de echte apen. |
 |
 |
Onder de eerste primaten waren ook dieren die zich minder ver ontwikkelden. Zij kregen ogen die recht naar voren kijken en handen en voeten die goed te gebruiken zijn bij het klimmen, net als de echte apen.
Maar zij bleven een aantal kenmerken van de insecteneters houden; zoals een spitse snuit met een natte neus en niet zo veel hersenen. Die primaten noemen we de 'halfapen'. |
Spookdieren zijn kleine halfaapjes. Het opvallendste aan spookdiertjes zijn hun ogen. Deze ogen zijn sterk ontwikkeld en bedekken bijna het hele gezicht. Omdat de ogen zo groot zijn, kunnen ze er niet mee draaien om naar boven, naar beneden, links en rechts te kijken. Daarom is de nek van het spookdiertje sterk ontwikkeld.
De diertjes kunnen hun kop wel 180° draaien. |