Krokodillen hebben een vrij lange schedel
an naar verhouding normale breedte.
De tanden zijn de sleutel tot het onderscheid met andere families. Vooraan steekt het vierde paar kiezen buiten de onderkaak,
die in een uitsparing van de bovenkaak passen. De rest van de tanden gaat schuil
in de bek als deze gesloten is.
Bij alligators zijn deze uitstekende tanden afwezig, en bij gavialen steken alle tanden naar buiten.
Krokodillen worden gemiddeld aanmerkelijk groter en zijn over het algemeen gevaarlijker. |
|
|
|
Hagedissen zijn de grootste groep van alle moderne reptielen. Hagedissen blijven meestal klein; de meeste soorten blijven onder de 50 centimeter en slechts weinig soorten bereiken een lengte van meer dan één meter. |
|
Agamen zijn een zeer diverse groep van hagedissen, er is een grote variatie in lichaamsvorm, lengte en verschillende andere aanpassingen, zoals keelzakken, kammen en stekelrijen. Bij de agamen komen stekels op de kop, nek en op de staart relatief veel voor. De meeste soorten blijven klein, zo'n 20 tot 30 centimeter, maar er zijn agamen die meer dan een meter lang kunnen worden.
Leguanen kunnen inclusief staart langer dan een meter worden, maar de meeste soorten blijven veel kleiner. |
Skinken zijn er in alle vormen, kleuren en maten, de meeste soorten zijn tussen 10 en 20 centimeter lang, sommige soorten worden langer dan 30 cm en de grootste soorten kunnen meer dan 70 cm lang worden inclusief staart. Vrijwel alle skinken hebben een gladde en stevige schubbenhuid, extra dikke en vergrote schubben op de kop, een cilindrisch lichaam en verhoudingsgewijs kleine ledematen maar lange staart.
Er zijn soorten met een normale, hagedisachtige bouw en goed ontwikkelde poten, soorten die onooglijk kleine, rudimentaire pootjes hebben en een aantal soorten heeft alle ledematen verloren en leidt een kruipend of gravend bestaan. Een echte nek ontbreekt meestal, de kop is vaak schoffelachtig afgeplat. |
|
De familie omvat de grootste hagedissen-soorten ter wereld, met als allergrootste
de komodovaraan. |
Gekko's verschillen van andere hagedissen door een aantal kenmerken. Zo zijn de schubben meestal veel fijner waardoor de huid veel flexibeler is. Nadeel is dat de huid makkelijker scheurt als een exemplaar wordt opgepakt of aangevallen. Veel soorten gekko's gebruiken de staart als vetopslag, veel andere hagedissen kunnen dat minder
goed omdat de schubbenhuid stugger is. |
De kikkers hebben sterk gespierde en lange achterpoten, die bij veel soorten dienen om grote afstanden te springen. Alle kikker- en paddensoorten, ook zij die amper kunnen springen, zijn daarnaast vaak redelijke zwemmers dankzij de krachtige achterpoten. |
Alle salamanders leven op vochtige plekken en ze zijn ook het meest actief bij vochtig weer. Ze hebben geen schubbenhuid en zijn vaak zeer gevoelig voor uitdroging. Dit heeft ook met de ademhaling te maken, het grootste deel van de salamanders ademt via de huid die hierdoor altijd vochtig moet blijven |
|
|
Vrij veel kikkers en padden zijn giftig, vooral bij consumptie ervan. In huidextracten van kikkers en padden zijn bijna 500 verschil-lende verbindingen gevonden, behorend tot de alkaloïden. Het lijkt erop dat deze vrijwel allemaal zijn ontleend aan het voedsel van de kikkers. |
De boomkikker dankt zijn naam aan de overwegend klimmende levenswijze,
de kikker wordt meestal gevonden in
lage struiken in de directe nabijheid
van water, maar kan ook in bomen
worden aangetroffen tot een hoogte
van tien meter. |
Kikkers hebben vier poten maar geen staart en verschillen hiermee van de meeste andere amfibieën. Alle kikkers hebben een afgeplat, peervormig lichaam en uitpuilende ogen. De kop en bek zijn breed, de lange achterpoten zijn sterk gespierd en goed ontwikkeld.
Kikkers zijn de enige dieren die een kwaakblaas hebben en hiermee soortspecifieke geluiden maken om elkaar te lokken. Padden zijn familie van de kikkers. |
Anolissen zijn voor reptielenbegrippen actieve hagedissen en allen dagactief. Ze worden gekenmerkt door goed ontwikkelde poten en een staart die minimaal even lang is als hun lichaamslengte. Op twee soorten na zijn alle anolissen uitgerust met hechtlammel onder hun poten en daarbij hebben alle soorten nagels. Door hun hechtlamellen zijn zij in staat om op gladde oppervlakten zoals bladeren en glas zich te kunnen voortbewegen. Een ander kenmerk is dat de meeste anolissen een uitspanbare huidplooi onder de kin hebben die zij naar believe kunnen tonen. |
|
|
Hazelwormen vormen een familie van vaak pootloze hagedissen. Er zijn ook wel soorten die nog kleine pootjes hebben of de voorpoten hebben verloren maar nog wel achterpoten bezitten.
De huid is sterk bepantserd met grove, meestal niet-overlappende schubben.
In tegenstelling tot veel hagedissen is de kop nauwelijks te onderscheiden van het lichaam. |
Salamanders hebben een langgerekt lichaam en een lange staart. Er zijn enkele salamandersoorten die slechts twee poten hebben.
Wormsalamanders lijken op grote wormen en hebben helemaal geen functionele poten meer. Salamanders drukken juist de pootjes tegen het lichaam, maken kronkelende bewegingen met het lijf en gebruiken voornamelijk de staart bij het zwemmen. |
|
|
Kenmerkend voor de groep halswenders
is het feit dat ze de kop niet volledig onder het schild terug kunnen trekken. |
Kenmerkend voor de groep halsbergers
is het feit dat ze de kop volledig onder
het schild terug kunnen trekken. |
|
Vrij veel kikkers en padden zijn giftig, vooral bij consumptie ervan. In huidextracten van kikkers en padden zijn bijna 500 verschillende verbindingen gevonden, behorend tot de alkaloïden. Het lijkt erop dat deze vrijwel allemaal zijn ontleend aan het voedsel van de kikkers.
Met name de pijlgifkikkers eten giftige arthropoden, zoals insecten. Oorspronkelijk komt het gif uit planten, die het aanmaken ter verdediging. Plantenetende insecten nemen het gif dan op, en worden later door de pijlgifkikkers gegeten die het vergif opnemen en dit naar de huid transporteren. |